Weetjes – tips en tricks – technieken – onderhoud
Alle tips en tricks komen aan bod in onze cursussen en worden er geoefend
Geregeld vind je hier allerlei vragen of tips en tricks over optuigen, trimmen van zeilen, onderhoud van materiaal, surf- en zeiltechnieken.
Maar ook uw vragen hierover zijn welkom via mailto: info@delmare.be . Vermeld in het onderwerp “tips en tricks”
Heb je zelf tips en tricks die je wil delen, laat ze ons weten via mailto: info@delmare.be en we publiceren ze hier.
Veel plezier met deze rubriek.
.
.
Volgende tip 1 mei 2024
Tip 4
Varen met harde wind (meer dan 4 Bfrt)
De boot gaat veel meer hellen en de kans op omslaan wordt groter.
Bij welke windsterkte we nog kunnen uitvaren hangt af van hoe goed je je boot kan trimmen EN wat je (fysieke) zeilkwaliteiten zijn.
Eerst gaan we de boot trimmen. Zeilen vlakker trekken, eventueel zeilen reven.
Zwaard wat meer ophalen! Bij hoge snelheden kan je perfect varen met een kleiner zwaard. En als het lateraalpunt (zie tip 3) hoger ligt (dichter bij het zeilpunt) dan is de kenterende (kapseizende) kracht kleiner.
Laten we de overloop los staan of zetten we deze steeds aan de leikant dan zal de kracht van het zeil op de boot een klein beetje meer “oprichtend” zijn. We gaan op die manier ook het zeil wat vlakker trekken als we de grootschoot aanhalen.
En uiteraard het gewicht van de bemanning. Hoe zwaarder de bemanning of hoe meer de bemanning zich naar loef en naar buiten kan verplaatsen hoe meer we de boot rechtop trekken. Bij elk boottype hoort een ideaal gewicht aan bemanning.
Maximaal tegengewicht behaal je als de fokkeman in trappeze en helemaal horizontaal t.o.v. de boot buiten staat met 1 arm gestrekt boven het hoofd in het verlengde van de romp gecombineerd met de stuurman die volledig naar buiten helt met de vouwen van de knieën op de gangboord en zitvlak zo ver mogelijk overboord.
Vandaar mijn opmerking over fysieke kwaliteiten.
In noodgeval vier je het grootzeil meer om de druk in het zeil te verkleinen. Dit gecombineerd met oploeven helpt ook om windstoten op te vangen
Tip 3
Boottrim
We weten dat de wind een kracht uitoefent op de boot en op de zeilen. Voor de eenvoud nemen we aan dat deze kracht aangrijpt in het zeildrukpunt. Dat is een punt dat de volledige bovenwateroppervlakte vertegenwoordigd.
Ook onder water zijn er een krachten die op de boot (onderwaterschip) werken. Zonder deze “lateraalkracht” zou de boot gewoon zijwaarts met de wind meedrijven. Ook hier kunnen we die krachten voorstellen als grijpen ze aan in één welbepaald punt. Het lateraal punt.
Het zeildrukpunt ligt ergens in het zeil een stukje achter de mast en hoger dan de giek (afhankelijk van de vorm en het aantal zeilen op de boot.
Het lateraal punt ligt ergens in het zwaard of de kiel.
Een boot die goed getrimd is vaart perfect recht door zonder dat er moet bijgestuurd worden. Dit gebeurt als het zeildrukpunt perfect boven het lateraal punt ligt.
Een boot die helling maakt (naar loef, naar lei, vooraan zinken, achteraan zinken) zal van richting willen veranderen. We moeten bijsturen, wat nadelig is voor de snelheid.
Samengevat:
- helling naar lei en/of gewicht (bemanning) naar achter –> de boot zal scherper willen varen en dus oploeven
- helling naar loef en of gewicht naar voor –> de boot zal ruimer willen varen en dus afvallen
- bij een boot met 2 zeilen: grootzeil aanhalen en fok vieren dan gaat het zeildrukpunt naar achter schuiven. Fok aanhalen en grootzeil vieren doet het zeildrukpunt naar voor opschuiven
- bij voor de wind varen ligt het zeildrukpunt helemaal aan lei door het gevierd zeil. We gaan dus helling naar loef moeten geven om beide punten boven elkaar te krijgen. Vandaar dus dat je boot ook sterk loefgierig is als je deze helling niet geeft.
Wie nu goed opgelet heeft zegt “eureca”. Ja want je kan dus je boot besturen zonder je roer te gebruiken (denk aan roerbreuk)
Tip 2
Zeiltrim
Maakte je ooit mee? Weinig wind en het zeil geeft geen kracht aan de boot. Of veel wind en de boot helt heel sterk en is bijna niet te houden.
2 problemen die voorkomen wanneer het zeil niet goed “getrimd is”.
Een zeil moet eruitzien als de vleugel van een vliegtuig, met een mooie bolling vanaf de mast en met de sterkste bolling op 1/3 achter de mast, vlakker wordend naar het achterlijk toe.
Een zeil dat te bol staat volgens de windsterkte zal snel beginnen “killen” juist achter de mast. Een zeil dat te vlak is zal meer zijwaartse dan voorwaartse kracht geven met als gevolg sterke helling van de boot en veel verleiering.
De bolling van een zeil kunnen we regelen met de onderlijkspanner, de neerhouder, de overloop en de cunningham spanner.
Globaal gezien door deze verschillende touwen meer aan te trekken krijgen we een vlakker zeil. Losser laten geeft een boller zeil. Staat de overloop aan loef dan zal het zeil boller zijn. Met de overloop aan lei wordt het zeil vlakker.
Hoe harder de wind hoe vlakker we ons zeil maken.
Onthoudt wel dat een zeil een bepaalde snit heeft. Een bol gesneden zeil zal je nooit vlak genoeg krijgen voor heel harde wind en een vlak gesneden zeil zal je nooit een goeie bolling kunnen geven voor weinig wind.
Ook de boot kunnen we trimmen, maar dat is voor een volgende keer.
Tip 1
Ooit gefrustreerd geweest omdat de wind schijnbaar van overal kwam? Of omdat de wind plots wegviel of erger nog veel heviger werd?
Je had het niet gevoeld!!!! Zo zijn al veel zeilers en surfers omgeslagen of gevallen.
Als je de wind voelt dan is het ALTIJD te laat. Leer daarom de wind zien.
De windrichting zie je aan de golfjes (blauwe streepjes). Hij zit steeds loodrecht op deze golfjes.
Aan de golfhoogte merk je de windsterkte. Zie je witte kopjes op de golfjes dan is het meer dan 3 beaufort. Interessant weetje als je nog beginneling bent.
Een donkerder vlek op het water wordt gevormd door meer schaduw vanwege hogere golfjes. Dat is dan een windvlaag. Je ziet hoe de windvlaag zich verplaatst over het water. Komt die donkere vlek naar jou dan moet je klaar zijn om die hardere wind op te vangen (meer gewicht naar loef, zeilen een beetje vieren, een beetje oploeven,…). Zie je echter een donkere vlek met bijna geen golfjes maar eerder allemaal kleine vierkantjes op het water dan is dat een windshift. Het voelt als een sterkere wind en je handelt er ook naar maar het geeft weinig voorwaartse stuwkracht vanwege de turbulentie in die wind. Dit komt vaak voor op kleinere waterplassen.
Zie je een bepaalde plaats waar het water zo vlak is als een spiegel dan is dat een windluwe plaats. Dit komt meestal voor langs de randen van het meer waar bomen, heuvels of andere hindernissen staan. Je kan maar best rond die “spiegel” varen wil je niet stil vallen.
Zo, nu ben je steeds tijdig verwittigd en een verwittigd zeiler of surfer is een hele crew waard.